Home / Hoofdstuk III / Huisvesting en hulp voor daklozen

Principe 19

Huisvesting en hulp voor daklozen

Liberalisering en privatisering van openbare diensten, inclusief een buitensporig en niet-verantwoordingsplichtig gebruik van publiek-private partnerschappen (waardoor winst boven de belangen van mensen komt te staan) de samenleving en het merendeel van de bevolking de essentiële instrumenten ontnemen om in hun behoeften te voorzien. Onvervulde behoeften, gebrek aan betaalbare openbare structuren en te dure particuliere voorzieningen zijn te vinden in cruciale sectoren die de levenskwaliteit van Europeanen beïnvloeden, zoals gezondheidszorg en zorg, onderwijs en opleiding, kinderopvang en huisvesting.

Openbare diensten - variërend van gezondheidszorg, kinder- en ouderenzorg, onderwijs en opleiding en arbeidsbemiddeling, vervoer, water, afval, energie, sociale huisvesting, informatie en sociale diensten tot rechtsstelsels en infrastructuur als geheel - vormen de ruggengraat van de Europese dienstverlening en gemeenschappelijke goederen aan burgers en inwoners. Hoogwaardige en toegankelijke openbare diensten en levering van gemeenschappelijke goederen zijn een grondrecht. Ze zijn essentieel om ongelijkheid en sociale uitsluiting te bestrijden, gelijke behandeling te garanderen en de sociale, economische, demografische en ecologische uitdagingen waarmee Europa wordt geconfronteerd, aan te pakken.

Sociale huisvesting en fatsoenlijke huisvesting voor alle huishoudens is een pijler van veel sociale modellen in heel Europa. In dit verband, en in combinatie met rechtvaardige transities en de opname van de UN2030-agenda, moet er meer nadruk worden gelegd op het bestrijden van energiearmoede in huishoudens.

De lidstaten zouden maatregelen kunnen nemen (ook via het semester) om actiever in te grijpen bij het beheersen en vormgeven van het particuliere woningmarktbijvoorbeeld door middel van bouwvergunningen, huurcontroles, belasting op 2e eigendommen enz., en om speculatie te voorkomen.

Principes 19 en 20 moeten in het algemeen worden opgevat als een brug tussen de UN2030-agenda en de EPSR om armoede te voorkomen, honger en ontbering uit te bannen, een goede gezondheid te bevorderen, gelijke kansen en duurzame steden en landbouw te garanderen​ Het mensenrecht op water en sanitaire voorzieningen, erkend door de Verenigde Naties in de Social Development Goals (SDG's), moet worden ondersteund door concrete voorstellen om voor iedereen toegankelijk te zijn.

Lokale werknemers, mobiele werknemers en migrerende werknemers, ongeacht hun immigratiestatus of nationaliteit, moeten dezelfde rechten hebben en moeten profiteren van gelijke behandeling, hoogwaardige banen en fatsoenlijke arbeidsomstandigheden, terwijl iedereen gelijke rechten moet hebben op adequate, veilige en betaalbare huisvesting en sociale bescherming.

Enkele prioriteiten die ook kunnen worden bevorderd door nauwere samenwerking tussen de lidstaten en, waar nodig, leidend tot EU-wetgeving:

  • Universele sociale diensten promoten als openbare diensten, collectief georganiseerd op basis van beginselen van openbare dienstverlening en ondersteund door duidelijke wettelijke kaders.
  • Strijd tegen bezuinigingen op de sociale diensten en voor voldoende financiering en personeel voor sociale diensten. Ondersteuning van toegang tot opleiding en kwalificaties, hogere niveaus van professionalisering, vertegenwoordiging en verdediging van de rechten van werknemers door vakbonden; en op alle niveaus een effectief wervings- en retentiebeleid ontwikkelen.
  • Streef naar de professionalisering van deze banen voor betere collectieve garanties. Verhoog de dekking van collectieve onderhandelingen.
  • Verbetering van de arbeidsomstandigheden in de zorgsector, vooral door de kloof tussen migranten en lokale werknemers op te vullen.
  • Pleiten voor de ontwikkeling, implementatie en monitoring van normen voor de kwaliteit van diensten en banen, voortbouwend op het vrijwillige EU-kwaliteitskader voor sociale diensten van algemeen belang (SDAB), waarin de behoefte aan hoogwaardige diensten en werkgelegenheid wordt erkend.

Maatregelen om een ​​minimum aan rechten in de EU vast te stellen, een gelijk speelveld op de eengemaakte markt

  1. De levensvatbaarheid onderzoeken van EU-rechtsinstrument (en) voor openbare diensten, op basis van artikel 14 van het Verdrag, om een ​​regelgevingskader (en) voor openbare dienstverleners te ontwikkelen.
  2. Hoofdstroombeginsel 19 in de EU-richtlijnen inzake toegang en arbeidsvoorwaarden voor onderdanen van derde landen met het oog op werk. ​

Acties gericht op het bewerkstelligen van opwaartse convergentie in levens- en arbeidsomstandigheden

  1. Zie ook Actieplan voor armoedebestrijding. Het kan doelstellingen voor overheidsinvesteringen in sociale huisvesting bevatten.
  2. Ontwikkel benchmarks voor overheidsuitgaven binnen het stabiliteits- en groeipact om te zorgen voor de nodige financiering voor universele, betaalbare en hoogwaardige openbare diensten (bv. Via de "gouden regel").
  3. Er moet worden gezorgd voor toegang tot fatsoenlijke huisvesting.
  4. Initiatieven ondersteunen om elementen van openbare dienstverlening en grondrechten te integreren in relevante sectorale EU-initiatieven.