HOOFDSTUK II (24 – 29)

EERLIJKE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN

 

  • Het aanpakken van onzeker werk moet als een prioriteit worden erkend. Een einde maken aan onzeker werk door wettelijke rechten op vaste contracten en voltijds werk te garanderen. Het verbieden van on-demand- en nul-urencontracten, en andere regelingen en vormen van onzeker werk, waarbij vaste contracten de standaard worden, met aandacht voor werknemers die in nieuwe vormen van werk en in de digitale economie/platforms werkzaam zijn. Onderhandelen over een ambitieuze richtlijn inzake hoogwaardige stages om de sociale uitsluiting onder jongeren terug te dringen. Het waarborgen van kwaliteitsbanen en het verbeteren van de arbeidsomstandigheden is van cruciaal belang om het tekort aan arbeidskrachten aan te pakken. De beste manier om de kwaliteit van het werk en eerlijke arbeidsomstandigheden te garanderen, is door het bevorderen en versterken van collectieve onderhandelingen, met name op sectoraal en sectoroverschrijdend niveau. Het vergroten van de dekking van de collectieve onderhandelingen moet in alle lidstaten een prioriteit zijn en moet aanzetten tot beslissende actie, onder meer door een ambitieuze omzetting van de richtlijn inzake adequate minimumlonen, die een dekking van 80% nastreeft, en van de richtlijn inzake loontransparantie tussen mannen en vrouwen.

  • Het verdedigen en versterken van de rechten van vakbonden en werknemers, waaronder het universele recht om zich te organiseren, toegang van vakbonden tot werkplekken, het recht om collectief te onderhandelen en het recht om te staken. Aanvallen op vakbonden moeten worden voorkomen: Vakbondsmisbruik moet strafbaar zijn als misdaad! Dit is nodig om de democratie in Europa te verdedigen en te versterken.
  • Effectieve EU-actie ondernemen om banen en inkomens, inclusief pensioenen, te beschermen, met beslissende maatregelen om de sociale dimensie van de kosten van levensonderhoud aan te pakken. Het is van cruciaal belang om loonstijgingen te bevorderen en de opwaartse convergentie van inkomens en arbeidsomstandigheden te ondersteunen.
    Introductie van een Europees kader om opwaartse convergentie op het gebied van de lonen te bevorderen en om ervoor te zorgen dat multinationale bedrijven vakbonden erkennen en met hen op nationaal niveau over collectieve overeenkomsten onderhandelen in alle landen waar zij actief zijn, en om een ​​pad uit te stippelen naar gelijke beloning voor werk van gelijke waarde met betrekking tot de lonen die aan werknemers in verschillende landen worden betaald.
  • Het bereiken van klimaatdoelstellingen door middel van a gewoon een transitie. Invoering van een richtlijn voor een rechtvaardige transitie in de arbeidswereld door middel van het anticiperen op en managen van veranderingen, gebaseerd op de principes van vakbondsbetrokkenheid en collectieve onderhandelingen.
  • De controle van werknemers over de flexibiliteit van de werktijd vergroten en de werktijd verkorten, met behoud van volledige lonen en compenserende aanwervingen, inclusief werkregelingen die een gendertransformatieve aanpak garanderen en voor degenen die onvrijwillig deeltijds werken, om hun contracturen te verlengen.
  • Invoering van een waarschuwingsmechanisme dat de sociale partners de mogelijkheid biedt om melding te maken wanneer lidstaten hun verplichtingen op het gebied van de sociale dialoog niet zijn nagekomen. Een dergelijk waarschuwingsmechanisme moet: (i) worden ontwikkeld in overleg met de sectoroverschrijdende sociale partners op EU-niveau; (ii) ervoor zorgen dat de sectoroverschrijdende sociale partners op EU-niveau individueel of gezamenlijk namens henzelf of namens hen een waarschuwingsrapport kunnen uitbrengen. namens een nationale sociale partner, (iv) De structuur uiteenzetten voor het opstellen van het waarschuwingsrapport over situaties waarin de sociale partners op nationaal niveau niet adequaat worden betrokken bij duidelijk gedefinieerde sociale beleidsstructuren, (v) De acties uiteenzetten die de Commissie zal ondernemen van de follow-up kan worden verwacht, (vi) Beschrijf het soort rapport dat door de Commissie zal worden opgesteld over de genomen maatregelen en de gerealiseerde veranderingen, (vi) Zorg voor regelmatige bijeenkomsten tussen de sociale partners uit alle sectoren van de EU voortgang te bespreken.
  • Invoering van een vereiste voor een effectbeoordeling van de sociale dialoog – als essentieel instrument om het respect en de bevordering van de sociale dialoog te garanderen. Van EU-wetgevers zou moeten worden geëist dat zij aangeven hoe de sociale dialoog door hun voorstellen is bevorderd – ongeacht het terrein (vergelijkbaar met de MKB-test). De Raad voor regelgevingstoetsing moet de toepassing ervan garanderen en erover rapporteren als onderdeel van de effectbeoordelingen, waarin wordt uiteengezet hoe het initiatief ervoor zal zorgen dat de sociale partners worden betrokken, dat de sociale dialoog actief wordt bevorderd en de prerogatieven van de vakbonden worden gerespecteerd. Er moet ook een evaluatie achteraf van de bestaande verordeningen en richtlijnen worden uitgevoerd om eventuele beperkingen of praktijken die de sociale dialoog en collectieve onderhandelingen op alle niveaus ondermijnen, te identificeren en te verhelpen.
  • Het EVV benadrukt dat Europese sociale dialoog vereist de volledige en directe interne steun van de Commissie, zowel politiek, financieel als administratief, voor zowel sectoroverschrijdende als sectorale sociale dialoog. De oproep van de Commissie voor meer overeenkomsten tussen de sociale partners vereist een duidelijk politiek engagement, adequate middelen en steun van de Commissie voor een sectorale en sectoroverschrijdende sociale dialoog.
  • Zorgen voor een effectieve regulering van AI op de werkplek, door het ‘human in control’-principe in de EU-wetgeving te verankeren. Dit omvat onder meer het volledige respect voor werknemers- en vakbondsrechten, evenals de volledige betrokkenheid van vakbonden en collectieve onderhandelingen bij elke stap (ontwerp, implementatie, herwaardering enz.) van de levenscyclus van een AI-systeem, evenals om de informatie, raadpleging en deelname van vakbonden en werknemersvertegenwoordigers bij de implementatie van deze toepassingen op de werkplek te versterken.
  • Zich inzetten voor het bereiken van nul sterfgevallen op de werkplek en vanwege het werk. Het verbeteren en uitbreiden van de EU-wetgeving op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk en andere Europese initiatieven om deze doelstelling te bereiken. Het voorkomen van psychosociale risico’s en online intimidatie en schaamte op het werk via een Europese richtlijn. Bovendien is het van cruciaal belang om het Europese wetgevingskader met betrekking tot veiligheid en gezondheid op het werk aan te passen om werknemers te beschermen tegen de opkomende risico’s die verband houden met klimaatverandering, evenals de bijbehorende aanpassings- en mitigatiestrategieën. Introductie van EU-wetgeving die temperatuurlimieten vaststelt voor werk, zowel binnen als buiten.
  • Het ontwikkelen van initiatieven om zorgen voor de volledige handhaving van de werknemers- en vakbondsrechten en het versterken van de arbeids- en sociaalrechtelijke inspectiediensten en klachtenmechanismen.
  • Invoering van een algemeen EU-rechtskader inzake onderaanneming om de lengte van de onderaannemingsketen te beperken en hoofdelijke aansprakelijkheid te garanderen, waardoor werknemers in staat worden gesteld hun rechten op te eisen, verhaal te halen en het bedrijfsleven aansprakelijk te stellen. Het aanpakken van kunstmatige grensoverschrijdende constructies zoals onrechtmatige onderaanneming en brievenbusbedrijven.
  • Verbetering van de handhaving van de regels voor arbeidsmobiliteit door een effectievere Europese Arbeidsautoriteit (ELA). In een tripartiete geest moet ELA haar strategische betrokkenheid van de sociale partners op alle niveaus versterken en ervoor zorgen dat de sociale Europese, sectorale en nationale sociale partners op een gestructureerde, systematische en tijdige manier betrokken worden bij de uitwerking en uitvoering van de taken en activiteiten van de Autoriteit.
  • Het opzetten van nationale helpdesks voor bedrijven en mobiele werknemers met vragen over toepasselijke nationale wetgeving. Er moet permanente financiering uit de EU-begroting worden verstrekt de vakbondsadviesstructuren op nationaal en regionaal niveau versterken om mobiele en migrerende werknemers ter plaatse te ondersteunen, waardoor vakbonden effectief taken kunnen uitvoeren die hun op grond van de EU-regels zijn toegewezen, waardoor werknemers hun rechten kunnen uitoefenen en opeisen op grond van de EU-regels voor mobiliteit en arbeidsmigratie.
  • Wat de instrumenten voor baangarantie betreft, zou een Europees programma ter ondersteuning van lokale initiatieven voor het scheppen van directe banen werkgelegenheid bieden aan langdurig werklozen via een door de staat beheerd programma voor werkzoekenden die geen kansen kunnen vinden op de open arbeidsmarkt. De Werkgarantie moet gebaseerd zijn op de volgende hoofdprincipes: i) het bieden van werkgelegenheidskansen die aansluiten bij individuele competenties en loopbaanambities; ii) vrijwillige betrokkenheid van werklozen, zonder voorwaarden in het geval van een weigering van werkaanbiedingen (zoals het voorkomen van toegang tot werkloosheidsuitkeringen) en zonder gevolgen voor deelnemers die ervoor kiezen de baan of het programma te verlaten; iii) het bieden van kwaliteitsvolle vacatures, met vaste contracten en lonen en rechten in overeenstemming met de relevante collectieve overeenkomst en nationale arbeidsnormen, evenals mogelijkheden voor bij- en omscholing; iv) en een territoriale aanpak: een bottom-upstrategie die verankerd is in de sociale dialoog en de deelname van andere actoren in de regio om ervoor te zorgen dat het programma beantwoordt aan de onvervulde behoeften van het gebied.
  • Het ontwikkelen van een sterke EOR-richtlijn om de effectieve toegang tot de rechter en de handhaving van de rechten van EOR's te waarborgen. Introductie van een wetgevingsinitiatief over en een EU-kader voor informatie, raadpleging en participatie van werknemers, inclusief juridisch bindende minimumnormen voor de betrokkenheid van werknemers bij transnationale herstructureringsprocessen.
  • Het aanpakken van het gebrek aan volledige en correcte omzetting van de Richtlijn werk-privébalans in verschillende lidstaten, zoals reeds benadrukt door de Commissie.
  • Het EVV roept de Europese Commissie op om zo snel mogelijk een richtlijn over telewerken en het recht om de verbinding te verbreken voor te leggen, om adequate arbeidsomstandigheden voor mensen die telewerken en een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor alle werknemers te garanderen. Het moet: i) het bestaande recht om de verbinding te verbreken garanderen; ii) Zorgen voor gelijke beloning en behandeling voor telewerkers; iii) Bescherm de privacy en voorkom invasief toezicht; iv) Zorg ervoor dat de beslissing om te telewerken in de handen van de werknemer ligt en niet over het vervangen van werkplekken gaat; v) Garandeer de betrokkenheid van de vakbonden door middel van collectieve onderhandelingen bij het ontwerp en de levering van telewerk.
  • Zorgen voor sterk investeringen in de zorg en het creëren van een hoogwaardige openbare infrastructuur van inclusieve en non-profit zorgdiensten die voor iedereen beschikbaar en toegankelijk zijn en die hoogwaardige banen in de openbare zorgsector bieden. Hoogwaardige openbare diensten zijn een grondrecht en moeten de demografische, democratische en sociaal-economische ontwikkeling ondersteunen. De beschikbaarheid ervan, die genderresponsief moet zijn, is een belangrijk instrument om ongelijkheid en ongelijke verdeling van zorgverantwoordelijkheden te bestrijden en tegelijkertijd kansen en hoogwaardige banen voor iedereen te bieden.
  • zorgen voor een een eerlijke, op rechten gebaseerde benadering van migratie en asiel. Migratie moet eerlijk zijn en gebaseerd zijn op de mensenrechten, en alle werknemers, ongeacht hun nationaliteit, moeten gelijk worden behandeld en hun rechten moeten worden gerespecteerd. Arbeidsmigratie van buiten de EU (derde landen) zou kunnen worden verbeterd, waardoor meer mogelijkheden worden geboden voor reguliere en fatsoenlijke arbeidsmigratietrajecten over verschillende vaardigheidsniveaus en sectoren heen. Het garanderen van reguliere migratieroutes is de enige manier om migrerende werknemers te beschermen en te voorkomen dat zij worden misbruikt en uitgebuit, inclusief valse detacheringsregelingen tussen EU-lidstaten.